Trends in de gemeenten

Binnen de gemeenten is een proces gaande van bestuurlijke schaalvergroting door gemeentelijke herindelingen, dat vraagt om intensieve samenwerking op regionaal niveau. De bestuurlijke schaalvergroting betekent ook een geleidelijke daling van het aantal gemeenteraadsleden en wethouders in Nederland. Daarnaast is binnen gemeenten een demografische transitie gaande.

Schaalvergroting

De daling van het aantal gemeenten is een gevolg van samenvoegingen en herindelingen van gemeenten. Gemeenten met minder dan 5.000 inwoners zijn zeldzaam geworden. Een herindeling biedt kansen op het gebied van bestuurskracht, effectiviteit, efficiency en dienstverlening aan de burger. Het kan echter ook leiden tot een grotere afstand tussen burger en bestuur.

Decentralisatie van overheidstaken naar gemeenten

Sinds 2015 zijn gemeenten deels verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. De Rijksoverheid geeft de gemeenten beleidsvrijheid om hun nieuwe taken uit te voeren.

Het kabinet neemt een aantal maatregelen, zodat gemeenten hun nieuwe taken goed kunnen uitvoeren. Zoals:

  • Minder regeldruk voor inwoners. De regels moeten zo eenvoudig mogelijk zijn. Inwoners met ingewikkelde problemen kunnen terecht bij 1 aanspreekpunt.
  • De geldstromen aan gemeenten voor de taken in het sociaal domein worden eenvoudiger ingericht. Gemeenten krijgen uiteindelijk 1 budget vanuit het gemeentefonds om de participatie in de maatschappij te bevorderen. Besteding van en verantwoording over dit budget wordt zo voor gemeenten overzichtelijker.

Gemeenten krijgen onder andere ondersteuning via het VNG-project Slim Samenwerken.

Krimpregio's van Nederland

Krimp- en anticipeerregio’s

Vergrijzing en individualisering

Det vergrijzing en individualisering zet zich voort en het aantal eenpersoonshuishoudens neemt toe. Gemeenten staan mede hierdoor voor veranderde opgaven. Opgaven die vaak een aanpak op regionaal niveau vereisen. Zo hebben steeds meer gemeenten te maken met bevolkingskrimp en de gevolgen daarvan. Dit wordt in goede banen geleid door interbestuurlijke samenwerking. In dit kader zijn het meerjarige Actieplan Bevolkingsdaling en de conclusies van de Studiegroep Openbaar Bestuur relevant. Doel is om een betere aansluiting te krijgen van de inrichting en werkwijze van het openbaar bestuur bij de huidige en toekomstige maatschappelijke en economische opgaven.

Profiel bestuurders

In de gemeenteraden is een mix te zien van nieuwkomers en geroutineerden. De gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders weerspiegelen de bevolking in die zin dat de leden en wethouders een uiteenlopende maatschappelijke en economische achtergrond hebben. De gemeenteraden en colleges zijn echter eenzijdiger wat betreft de persoonskenmerken van hun leden: het profiel ‘hoogopgeleid, man en met een Nederlandse achtergrond’ voert nog steeds de boventoon.

Bij grotere gemeenten is overigens een ontwikkeling naar een diverser profiel te signaleren (met onder andere jongere en van buiten de raad afkomstige wethouders). Diversiteit is in de loop van de jaren het kenmerk van de partijpolitieke samenstelling van de gemeentelijke besturen geworden. Lokale partijen zijn gegroeid en sinds 2014 zijn ze in ruim een derde van de raden vertegenwoordigd.

De Nederlandse gemeenten hebben burgemeesters die vrijwel allemaal hoogopgeleid en zeer ervaren bestuurders zijn. De burgemeesters worden sinds 1998 door voornamelijk dezelfde politieke partijen geleverd. Al jaren wordt er landelijk debat gevoerd over de benoemingswijze van de burgemeester.

Bestuurswisselingen

Het voortijdig terugtreden van bestuurders en volksvertegenwoordigers, is van alle jaren. Ruim drie kwart van de gemeenten heeft een of meer wisselingen in de huidige zittingsperiode gehad. De uitstroom van raadsleden en wethouders ligt rond de 10%. Van de afgetreden raadsleden stroomt ongeveer één op de tien door naar het wethouderschap.