Leffert Snackers, raadslid

Leffert Snackers is raadslid en jurist. In de gemeenteraad van Brunssum kiest hij samen met zijn fractieleden van Burger Belangen Brunssum voor de persoonlijke aanpak. Ze helpen mensen op het spreekuur met het oplossen van problemen, onder meer op het gebied van sociale voorzieningen. “Hoe meer mensen ons kennen, hoe meer mensen op ons stemmen.”

Hoe kwam u in aanraking met de politiek?

“In de jaren negentig moest ik als voorzitter van een atletiekvereniging ieder jaar bij de gemeente bedelen om het onderhoud van onze gravelbaan structureel in de begroting op te nemen. Daar heb ik het spel geleerd: hoe krijg je het bij de politieke partijen voor elkaar dat ze zich hiervoor hard maken? Er ligt trouwens nu een kunststofbaan.

Jo Palmen, fractievoorzitter van Burger Belangen Brunssum, vroeg mij om zich bij hem aan te sluiten. Zo ben ik in de raad gekomen, al had ik voordien iedereen uitgelachen die me voorspelde dat ik ooit de politiek in zou gaan.”

Waar staat jullie partij voor?

“Onze partij is voortgekomen uit het CDA. Barmhartigheid is voor ons een belangrijke waarde. We kijken vooral naar de uitvoerbaarheid en de goede besteding van belastinggeld. We nemen bijvoorbeeld een afwijkend standpunt in over de vernieuwing van het centrum van Brunssum. Bij een krimpende bevolking moet je het winkelbestand niet gaan uitbreiden. Dat vinden wij bouwen voor leegstand.

Ook zijn we kritisch op gemeenschappelijke regelingen. Deze organen staan op zoveel afstand van de raad, dat we er geen controle meer op hebben. Ik vind het zeer kwalijk als wij buitenspel gezet worden.

We zijn met vier zetels de grootste fractie, maar we zitten niet in het college van B en W. Dat heeft, zoals veel dingen in de politiek, alles te maken met de persoonlijke verhoudingen in de raad.

Onze fractie heeft de uitstraling van een juristenpartij, omdat drie van de vier raadsleden rechten hebben gestudeerd. Maar omdat ons vierde fractielid meewerkend voorman in de automotive branche is, verenigt onze fractie verschillende inzichten. Bij het raadswerk hoef je geen jurist te zijn of een hoge opleiding te hebben: iedereen die beschikt over gezond verstand kan in principe dit doen.

Ik ben niet van het socialisme, liberalisme of welke politieke stroming dan ook, maar een ‘realpolitiker’. Ik kijk naar de vraag hoe een voorstel de burger raakt. Ook check ik of we het de mensen uit kunnen leggen. Als dat niet het geval is, dan stem ik meestal tegen het voorstel.”

Wat is de band tussen het verenigingsleven en de lokale politiek?

“Politici worden vaak gerekruteerd uit het verenigingsleven, want uit de (sport-) verenigingen komen de meeste stemmen. Sport is sowieso heel belangrijk, want daar hebben mensen een emotionele band mee.

Als je uit het verenigingsleven komt, weet je ongeveer hoe de hazen lopen. Mijn vader is ook een verenigingsman. Daardoor heb ik al jong geleerd hoe de dynamiek is in een vereniging en hoe je omgaat met leden, tegengestelde belangen en emoties. In de raad zie ik vaak dezelfde processen: alsof ik naar een film kijk die ik al ken.”

Hoe houden jullie contact met de inwoners?

“We proberen heel toegankelijk te zijn en mensen persoonlijk te benaderen. Sociale media werken in onze gemeente niet. Wij houden daarom een wekelijks spreekuur op het kantoor van onze fractievoorzitter. Hierdoor kennen wij de minima: voor ons zijn het mensen van vlees en bloed. Deze mensen komen bij ons met vragen over bijvoorbeeld de WMO of de participatiewet. Een man had geen indicatie gekregen voor een elektrische rolstoel. We hebben ervoor gezorgd dat hij toch deze rolstoel gekregen heeft.

Als mensen in het zuiden niet meer weten op wie ze kunnen stemmen, dan kiezen ze voor iets vertrouwds. Dat is het CDA of de lokale partij. Onze fractievoorzitter schrijft een column voor het plaatselijke krantje. Dat heeft enorme impact en zo houden wij contact met de inwoners.”

Wat vraagt het van u om dit werk te doen?

“Tijdens mijn studie rechten in Maastricht heb ik geleerd dat er méér is dan alleen studeren. Je moet ook maatschappelijk betrokken zijn en voeling houden met de buitenwereld. Die intrinsieke motivatie heb je nodig, want het raadswerk kost altijd meer tijd dan de vijftien uur die er formeel voor staat.”

Hoe gaat u om met lastige vraagstukken in de raad?

“Het herbergen van asielzoekers was een moeilijke discussie. Hoe zorgen we ervoor dat we als raad onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen ten opzichte van ontheemden en dat de buurt rustig blijft?

Brunssum wilde 150 mensen gedurende een jaar opvangen. De raad heeft daarvoor in meerderheid voor getekend. Door mensen met elkaar in contact te brengen, is de atmosfeer beter geworden. Ook de onvrede is afgenomen. Gelukkig is daarna de toestroom van vluchtelingen niet verder gegroeid, want anders was ik bezorgd voor nieuwe onrust.”

Wat betekende dit voor u?

“Sommige mensen waarderen enorm wat je doet, anderen niet. Als je een bepaalde keuze maakt, moet je daarvoor blijven staan.

Tegelijkertijd moet je wel begrip opbrengen voor standpunten van mensen. Veel mensen uit onze gemeente hebben weinig opleiding en weinig geld. Het is heel belangrijk om hun signalen op te pikken en er iets mee te doen.”

Hoe combineert u het raadswerk met andere activiteiten?

“Mijn gezin staat op nummer 1. Nummer 2 is mijn werk als jurist en nummer drie is de politiek. Het is soms kunst- en vliegwerk. In het begin kost het raadswerk heel veel tijd en heel veel energie, omdat alles nieuw is. Nu haal ik bijvoorbeeld  op routine in de begroting de interessante politieke punten eruit en kan ik meteen bepaalde verbanden leggen.”

Welke tips geeft u aan nieuwe raadsleden?

“Wees altijd eerlijk. Als je je voor iemand inzet, doe dan geen toezeggingen die je niet kunt waarmaken. Speld de mensen niets op de mouw. Ook is het belangrijk om gewoon jezelf te zijn. Daarom ben ik geen voorstander van mediatraining, want dan leer je trucjes toe te passen. Mensen voelen het feilloos aan of iets wel of niet klopt.”

Wat maakt het raadslidmaatschap de moeite waard?

“We kunnen in de raad over twintig procent van het beleid meebeslissen, zoals de afvalstoffenheffing of het minimabeleid. Ik vind het een eer om hierover mee te beslissen. Dat streelt me. Ook vind ik het mooi om als raadslid mensen van uiteenlopend geestelijk en maatschappelijk niveau te leren kennen, want ik ben geïnteresseerd in mensen.

Onze fractie bestaat uit heel verschillende mensen, maar we delen het gevoel om persoonlijke problemen op te lossen. Dat geeft een klik, want op lokaal niveau kunnen we iets betekenen. Dit is mensenwerk.”

Hoe gaat u om met lastige vraagstukken in de raad?

“Het herbergen van asielzoekers was een moeilijke discussie. Hoe zorgen we ervoor dat we als raad onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen ten opzichte van ontheemden en dat de buurt rustig blijft?

Brunssum wilde 150 mensen gedurende een jaar opvangen. De raad heeft daarvoor in meerderheid voor getekend. Door mensen met elkaar in contact te brengen, is de atmosfeer beter geworden. Ook de onvrede is afgenomen. Gelukkig is daarna de toestroom van vluchtelingen niet verder gegroeid, want anders was ik bezorgd voor nieuwe onrust.”

Wat betekende dit voor u?

“Sommige mensen waarderen enorm wat je doet, anderen niet. Als je een bepaalde keuze maakt, moet je daarvoor blijven staan.

Tegelijkertijd moet je wel begrip opbrengen voor standpunten van mensen. Veel mensen uit onze gemeente hebben weinig opleiding en weinig geld. Het is heel belangrijk om hun signalen op te pikken en er iets mee te doen.”

Hoe combineert u het raadswerk met andere activiteiten?

“Mijn gezin staat op nummer 1. Nummer 2 is mijn werk als jurist en nummer drie is de politiek. Het is soms kunst- en vliegwerk. In het begin kost het raadswerk heel veel tijd en heel veel energie, omdat alles nieuw is. Nu haal ik bijvoorbeeld  op routine in de begroting de interessante politieke punten eruit en kan ik meteen bepaalde verbanden leggen.”

Welke tips geeft u aan nieuwe raadsleden?

“Wees altijd eerlijk. Als je je voor iemand inzet, doe dan geen toezeggingen die je niet kunt waarmaken. Speld de mensen niets op de mouw. Ook is het belangrijk om gewoon jezelf te zijn. Daarom ben ik geen voorstander van mediatraining, want dan leer je trucjes toe te passen. Mensen voelen het feilloos aan of iets wel of niet klopt.”

Wat maakt het raadslidmaatschap de moeite waard?

“We kunnen in de raad over twintig procent van het beleid meebeslissen, zoals de afvalstoffenheffing of het minimabeleid. Ik vind het een eer om hierover mee te beslissen. Dat streelt me. Ook vind ik het mooi om als raadslid mensen van uiteenlopend geestelijk en maatschappelijk niveau te leren kennen, want ik ben geïnteresseerd in mensen.

Onze fractie bestaat uit heel verschillende mensen, maar we delen het gevoel om persoonlijke problemen op te lossen. Dat geeft een klik, want op lokaal niveau kunnen we iets betekenen. Dit is mensenwerk.”