Hoe jonger het raadslid hoe ouder het gedrag

Weblog

Raadslid zijn is geen sinecure. En als jong raadslid lijkt de claim die op je ligt soms nog groter. Juist in een tijd waarbij de roep om verandering, dan wel behoud groter voelt dan ooit, wordt regelmatig verwachtingsvol naar jonge raadsleden gekeken. Aan jonge mensen wordt vaak veel veranderingsbereidheid en -kracht toegedicht. En de verwachting dat zij echt de taal van de kiezer spreken.

Door Jan Dirk Pruim, raadsgriffier in Almere

Is dat ook zo in de politiek of heeft het ook hier misschien meer te maken met het jong zijn van geest dan met de werkelijke leeftijd. Twee momenten zetten mij aan het denken. Het eerste was het bericht van Mark Bovens en Anchritt Wille in het NRC, waarin zij de opmars van parapolitici schetsten. De diplomademocratie leidt volgens Mark Bovens tot eenduidigheid bij de gekozenen. En dat vergroot de kloof met de kiezer.

Een tweede moment was mijn aanwezigheid tijdens een pauzegesprek bij een congres. Waar een griffier in een gezelschap verzuchtte dat een verandering met de gemeenteraad tot stilstand is gekomen. ‘We zijn in een doos met watten gelopen’. En hij dacht nog wel zo’n goed plan te hebben opgesteld, zo bleek uit zijn verhaal. Een speciale begeleidingsgroep met raadsleden zou de veranderingen vorm geven. Hij had gelobbyd om de jonge raadsleden daarin zitting te laten nemen. En dat was goed gelukt. Want de jeugd zou zeker open staan voor veranderingen en experimenten. Maar wat bleek nu. Het omgekeerde gebeurde . Zij tonen oud gedrag, zo sprak hij teleurgesteld. Waarna hij opnieuw diep zuchtte. Bij de andere aanwezigen werden blikken van herkenning uitgewisseld.

De verhalen met voorbeelden barsten los. Oud gedrag in de vorm van machtsdenken, de baas willen zijn. Uitsluitend in complotten denken. De kaarten tegen de borst houden. Niets vertellen tot het moment van indienen. Angst voor gezichtsverlies. Dingen alleen doen, vooral geen coalities smeden. Luid en duidelijk blijk geven dat ambtenaren overbodig zijn en als er een adviseur nodig is, het wel iemand van de eigen partij kleur moet zijn. En natuurlijk de mening verkondigen dat één keer in de vier jaar de kiezer spreken meer dan genoeg is. Grove conclusie: hoe jonger het raadslid hoe ouder het gedrag. Bij het laatste voorbeeld is duidelijk dat die jongeren wel slim zijn. Want hoe moet je de politieke carrièreladder bestijgen en je handhaven in het land van de gevestigde orde. Door in ieder geval het gedrag van de gevestigde orde in excellente vorm over te nemen.

Deze twee voorbeelden maken voor mij weer eens duidelijk dat het rekruteringsbeleid van politieke partijen op de schop moet. Want wil je de kloof tussen kiezer en gekozene beperkt houden, dan vraagt dat geen ‘kloon-gedrag’. Maar het vraagt lef om te zoeken naar mensen buiten de eigen beperkte kring. En het vraagt lef om te zoeken naar mensen die het vermogen hebben aan te sluiten bij groepen mensen die niet tot de standaardkring behoren. Dat gaat door alle leeftijden heen. Met nog een jaar te gaan tot de gemeenteraadsverkiezingen een mooie uitdagende klus voor de lokale partijbesturen. Slagen ze, dan draagt dat bij aan een herkenbare gemeenteraad die er in het publieke hart toe kan doen en voor de lokale samenleving van betekenis is.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Binnenlands Bestuur