Wie vertegenwoordig je: de partij of de achterban?

Weblog

Een raadslid vertegenwoordigt al snel 2500 mensen. Een Kamerlid zelfs meer dan 70.000. Er zit dus een karrenvracht aan mensen op de schouders van een vertegenwoordiger die door deze persoon ‘letterlijk’ een stem krijgen. Stel je wilt raadslid, Statenlid of Kamerlid worden, wie ga je dan vertegenwoordigen?

Door Paul de Goede, beleidsmedewerker ministerie van BZK

In abstracte zin is het makkelijk. Je vertegenwoordigt hardwerkende Nederlanders, of bijstandsmoeders, of mensen wiens stem moeilijk wordt gehoord, LHBT’ers, studenten of (het is al een tijdje een concrete optie): de dieren.

Misschien is deze abstracte groep ook wel in een concreet persoon te verbeelden. Een hardwerkende groenteman of een stuiterende ICT’er. Een lesbische alleenstaande moeder of een eenzaam geitje in een tochtige stal. Meestal zal het toch om beelden gaan. Letterlijk om de ‘representatie’ van groepen die niet zelf in de politieke arena kunnen staan. Er passen geen tien miljoen kiesgerechtigden in de vergaderzaal van de Tweede Kamer. Daarnaast hebben de meeste mensen geen tijd en zin in politiek. En, laten we eerlijk zijn, het vraagt ook behoorlijk wat. Verbale kwaliteiten, tomeloze energie en inzet, mediawijsheid, authenticiteit en uithoudingsvermogen.

Er zijn politici die claimen hun electoraat elke dag te spreken; ze twitteren en appen zich helemaal suf. Maar dat is een contact met 5, 10 of hooguit 25 personen, niet met 2500, laat staan met 70.000. Ik wil maar zeggen: ook met de allerbeste wil van de wereld is het electoraat de grote onbekende.

Het beeld van de ‘grote onbekende’ wordt vaak ingenomen door vrienden, lobbyisten, maar de meest voor de hand liggende partij is….inderdaad de partij. Staatsrechtelijk bestaan politieke partijen niet of nauwelijks. Vertegenwoordiging is een kwestie tussen kiezer en gekozene. Maar bijna niemand kan op eigen kracht de hordes richting raadszaal of kamerbankjes nemen. Sinds jaar en dag zijn de politieke partijen de organisaties die vertegenwoordigers en ideeën clusteren en de middelen aandragen om gekozen te worden. Van stickers printen tot zendtijd kopen voor politieke partijen. Wie vertegenwoordiger wil worden kan niet om de politieke partij heen.

En dan volgt een socialisatieproces. Je wordt lid van netwerken, bezoekt discussieavonden. Leert de huisstijl en de gebruiken kennen. Ambieer je een politiek ambt dan biedt de partij je vaak een cursus. Tenslotte komt dan de kandidaatstelling waarin je jezelf mag presenteren tegenover een selectiecommissie. De vraag is dan met name of je de partij goed kan vertegenwoordigen, en niet of je goed kiezers kan vertegenwoordigen.

Je kent de partij inmiddels op je duimpje. Je spreekt de taal, je weet je weg, je kent de mensen. Wellicht zijn sommige partijgenoten vrienden voor het leven geworden. En de stem van die partijgenoten wordt uitstekend gehoord en begrepen en soms (begrijpelijk) verward met de stem van de kiezer.

Onvermijdelijk? Wellicht, maar ik wil alle vertegenwoordigers van vertegenwoordigende organen iets vragen. Probeer, gedurende een periode, eens het contact met de partij tot een minimum te beperken. Geen congresbezoek, geen partij-organen lezen, geen stickers plakken. En gebruik de vrijgevallen tijd met nadenken. Nadenken over een hele grote groep mensen en over de stem die zij moeten krijgen.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.